dromer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dro·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van dromen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord dromer dromers
verkleinwoord dromertje dromertjes

Zelfstandig naamwoord

dromer m

  1. een persoon (man) die droomt.
  2. een idealist, een niet realistisch persoon.
    • Hij is meer een dromer dan een aanpakker. 
  1. (waterstaat) Een dromerdijk of dromer is een extra dijk voor het geval de slaperdijk geen stand houdt. Het is de laatste in het rijtje waker - slaper - dromer.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dromer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.