stukmaken
Nederlands
Woordafbreking
- stuk·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stuk bw en maken ww
Werkwoord
stukmaken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stukmaken |
maakte stuk |
stukgemaakt |
zwak -t | volledig |
- actief (maar niet altijd expres) zorgen dat iets kapot gaat
- Het meehelpen met slopen, de aparte fysieke inspanning van dingen stukmaken, wakkerde Isebrands verborgen woede aan en Ebel - onbedoeld - jutte die nog verder op door in een uitbarsting van regionaal patriottisme met gebalde vuist te declameren: 'Wat wie willen: wie willen meer zeggenschap veur pervinsies en gemainten! Wat wie NAIT willen: wie willen gain Hollaandse boasspeulderij! En wat wie nait willen is dat onze gemainten misbruukt worren veur Hollaandse jongelu om heur t btirgmeestersvak te leren. [1]
- Psychiatrische problemen bij de ouders kunnen veel stukmaken. ‘Er is een sterke stijging in die laatste categorie’, vertelt Dandois. ‘Net bij hen is het heel moeilijk om er een perspectief op te plakken. Ouders met psychiatrische problemen maken golfbewegingen door; ze gaan sterk vooruit, tonen veel draagkracht, maar hervallen na een tijdje weer. Al dan niet omdat ze stoppen met hun medicatie. Dan zie je alles wat ze hebben opgebouwd als een kaartenhuisje instorten.’[2]
Synoniemen
- kapotmaken, kapotslaan, beschadigen, ruïneren, toetakelen, verbrijzelen, verbroddelen, verklungelen, verknallen, verzieken, mollen, breken, vernielen, vernietigen
Gangbaarheid
- Het woord stukmaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stukmaken' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Valens, Anton Het boek ont [2012] ISBN 978-90-457-0473-9 pagina 311
- de Standaard 30 SEPTEMBER 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.