stoorzender

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stoor·zen·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stoorzender stoorzenders
verkleinwoord stoorzendertje stoorzendertjes

Zelfstandig naamwoord

stoorzender m [1]

  1. radiozender die de ontvangst van een andere radiozender verstoort
    • Illegale radiozenders die als stoorzender werken moeten hun uitzendingen staken. 
  1. een hinderlijk persoon die de actie van een ander persoon verstoort
    • Ik moest die vervelende stoorzender wel de klas uit sturen want anders kon ik niet lesgeven. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord stoorzender staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.