verstoren
Nederlands
Woordafbreking
- ver·sto·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verstoren |
verstoorde |
verstoord |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verstoren
- overgankelijk uit de concentratie brengen, onderbreken wat men aan het doen is
- Tijdens het examen werden de kandidaten verstoord doordat er een brandalarm afging.
- overgankelijk de kalmte of rust verbreken
- Gooi een steen in een meer. Het effect is niet alleen zichtbaar, maar ook veel langduriger. De steen zal de stille wateren verstoren. [1]
Vertalingen
1. uit de concentratie brengen, onderbreken wat men aan het doen is
Gangbaarheid
- Het woord verstoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verstoren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Shafak, Elif Liefde kent veertig regels vertaald uit het Turks door Smits, Manon [2011] ISBN 978-90-445-1742-2 pagina 9
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.