verstoren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verstoren    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈstorə(n)/
Woordafbreking
  • ver·sto·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verstoren
verstoorde
verstoord
zwak -d volledig

Werkwoord

verstoren

  1. overgankelijk uit de concentratie brengen, onderbreken wat men aan het doen is
    • Tijdens het examen werden de kandidaten verstoord doordat er een brandalarm afging. 
  1. overgankelijk de kalmte of rust verbreken
    • Gooi een steen in een meer. Het effect is niet alleen zichtbaar, maar ook veel langduriger. De steen zal de stille wateren verstoren. [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verstoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Shafak, Elif Liefde kent veertig regels vertaald uit het Turks door Smits, Manon [2011] ISBN 978-90-445-1742-2 pagina 9
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.