derangeren
Nederlands
Woordafbreking
- de·ran·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘storen’ voor het eerst aangetroffen in 1789 [1]
- afgeleid van het Franse déranger (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
derangeren |
derangeerde |
gederangeerd |
zwak -d | volledig |
Gangbaarheid
- Het woord derangeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'derangeren' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.