derangeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·ran·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘storen’ voor het eerst aangetroffen in 1789 [1]
  • afgeleid van het Franse déranger (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
derangeren
derangeerde
gederangeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

derangeren

  1. overgankelijk storen, hinderen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord derangeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.