stelregel
Nederlands
Woordafbreking
- stel·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stel ww en regel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stelregel | stelregels |
verkleinwoord | stelregeltje | stelregeltjes |
Zelfstandig naamwoord
stelregel m
- richtsnoer
- (techniek) richel waarmee geprefabriceerde constructiedelen op de juiste plaats kunnen worden aangebracht
Verwante begrippen
- [1] grondregel, kernspreuk, spreuk, zedenspreuk, zinspreuk
- [1] lijfspreuk, wapenspreuk, zede
Gangbaarheid
- Het woord stelregel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stelregel' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.