richtsnoer
Nederlands
Woordafbreking
- richt·snoer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van richt ww en snoer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | richtsnoer | richtsnoeren |
verkleinwoord | richtsnoertje | richtsnoertjes |
Zelfstandig naamwoord
richtsnoer o
- (bouwkunde) touw om bij het metselen enz. in een rechte lijn te blijven
- voorschrift waarnaar men zich richt
Gangbaarheid
- Het woord richtsnoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'richtsnoer' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.