stampei
Nederlands
Woordafbreking
- stam·pei
Zelfstandig naamwoord
stampei v [2]
- vooral in combinatie met maken: onrust veroorzaken door lawaai en ruzie te maken
- Dat Reggesteyn de leerlingen een draai om de oren geeft voor iets dat buiten de schoolsfeer gebeurde, is wellicht wat overtrokken, maar de ouders die daarover stampei maken, moeten misschien ook eens bij zichzelf te rade gaan. [3]
- Horstman maakte flink stampei in de bank, erkent hij. Maar die 10 euro kreeg hij van de SNS niet terug. “Ik ben al 25 jaar klant daar; ze meoten[sic!] me gewoon fatsoenlijk helpen. Ik had het geld – 1700 euro totaal – vorige week van mijn SNS-rekening gehaald. [4]
- Hoewel de koers gelopen lijkt, willen Rietmolen en de Milieufederatie van geen opgeven weten. "Wat we kunnen doen, is veel stampei maken en hopen dat ze het in Den Haag horen", aldus directeur Volkert Vintges van de federatie. [5]
Vertalingen
1. vooral in combinatie met maken: onrust veroorzaken door lawaai en ruzie te maken
Gangbaarheid
- Het woord stampei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stampei' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- stampei op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 23-01-09 Analyse: Wiens taak is de correctie van puberstreken?
- Tubantia Angelique Kunst 25-08-09, Bank weigert geld
- Tubantia 21-11-09 Rietmolense ballonnen tegen nieuwe N18
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.