tamtam

Nederlands

[1] spelers op de tamtam
[2] bronzen gong
Uitspraak
Woordafbreking
  • tam·tam
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘slaginstrument’ voor het eerst aangetroffen in 1867 [1]
  • uit het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tamtam tamtams
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tamtam m [3]

  1. (muziek) een met de handen bespeelde trommels
  2. (muziek) bronzen gong
  3. (figuurlijk) met een hoop ophef, lawaai en gedoe
    • In april 1991 lanceerde de Postcode Loterij met veel tamtam een hoofdprijs van een miljoen gulden. Win één miljoen met uw postcode' stond er op de envelop die op meer dan drie miljoen deurmatten viel. Door toedoen van de overweldigende groei die De 64.000 Gulden Vraag had bewerkstelligd, kon de loterij omvangrijke mailings nu makkelijk bekostigen. [4] 
    • Niet alle smartphones worden met zoveel tamtam aangekondigd als de Sony Xperia XZ Premium. Eerst op het Mobile World Congress in Barcelona, en twee maanden later nog eens in Lissabon, waar alles nagenoeg volledig in het teken stond van d blikvanger van het toestel: de Super slow-motion videofunctie. De voorbije week konden we Sony’s nieuwe vlaggenschip grondig testen.[5] 
  1. (figuurlijk) informele communicatie binnen een groep
    • Als er ergens de tamtam snel gaat dan is het wel over de bakken van de chauffeurs. Als er iets aan de andere kant van Nederland gebeurt, weet iedereen het binnen vijf minuten. Het is onderling ook echt ons kent ons. Er wordt geroddeld, niet normaal. Chauffeurs zijn net wijven.' [6] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tamtam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.