spreekwoord
Nederlands
Woordafbreking
- spreek·woord
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘spreuk’ voor het eerst aangetroffen in 1524 [1]
- samenstelling van spreek ww en woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spreekwoord | spreekwoorden |
verkleinwoord | spreekwoordje | spreekwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
spreekwoord o
- (taalkunde) een korte, krachtige uitspraak in de vorm van een onveranderlijke volzin die een waarheid of wijsheid bevat
- Wat is het verschil tussen een spreekwoord, een zegswijze en een gezegde?[2]
Afgeleide begrippen
- spreekwoordelijk, spreekwoordenboek, spreekwoordenkunde, spreekwoordenleer, spreekwoordenlijst
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord spreekwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spreekwoord' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.