adagio

Niet te verwarren met: adagium
adagio uit: Grieg, E. Pianoconcert in A mineur, Op. 16

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  adagio    (hulp, bestand)
  • IPA: /aˈda­dʒi­jo/, /aˈda­dʒo/
Woordafbreking
  • ada·gio
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘bijwoord: bedaard’ voor het eerst aangetroffen in 1772 [1]
  • van Italiaans adagio [2]

Bijwoord

adagio

  1. (muziek) in een rustig tempo gespeeld, ongeveer 66 tot 76 tellen per minuut
    • Heeft een danser een goede technische uitleg waarom er adagio gedanst wordt waar Tsjaikovski moderato heeft voorgeschreven dan kan ik daar begrip voor opbrengen. [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord adagio adagio's
verkleinwoord - -
Afgeleide begrippen
  • adagio ma non troppo
  • adagissimo
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

adagio o

  1. (muziek) bedaard klinkend stuk klassieke muziek
    • Ik zet het album op de standaard en blader tot ik het adagio gevonden heb. [4]

Gangbaarheid

  • Het woord adagio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Italiaans

Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

adagio

  1. rustig, langzaam

Zelfstandig naamwoord

adagio m

  1. (muziek) adagio, bedaard klinkend stuk klassieke muziek
  2. adagium, stelregel, spreuk
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.