sportleraar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sport·le·raar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sportleraar sportleraars
sportleraren
verkleinwoord sportleraartje sportleraartjes

Zelfstandig naamwoord

sportleraar m

  1. (onderwijs) (beroep) een leraar die les geeft in het schoolvak waarin gesport wordt en de kinderen kennismaken met sporten.
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord sportleraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.