sacristie
Nederlands
Woordafbreking
- sa·cris·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘kerkvertrek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sacristie | sacristieën |
verkleinwoord | sacristietje | sacristietjes |
Zelfstandig naamwoord
sacristie v
- een ruimte in een rooms-katholieke kerk, waarin men alles bewaart dat nodig kan zijn om een kerkdienst te houden
- In de sacristie van een kerk worden de liturgische kleding, het vaatwerk en de boeken voor de vieringen bewaard.[2]
Vertalingen
1. een ruimte in een rooms-katholieke kerk, waarin men alles bewaart dat nodig kan zijn om een kerkdienst te houden.
Gangbaarheid
- Het woord sacristie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sacristie' herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.