rustdag
Nederlands
Woordafbreking
- rust·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rust en dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rustdag | rustdagen |
verkleinwoord | rustdagje | rustdagjes |
Zelfstandig naamwoord
rustdag m
- een dag dat men niet werkt of sport
- Tijdens een tournooi zijn er altijd één of meer rustdagen tussen de wedstrijden in.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord rustdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rustdag' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.