rozenkrans
Nederlands
Woordafbreking
- ro·zen·krans
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gebedenreeks’ voor het eerst aangetroffen in 1451 [1]
- samenstelling van roos en krans met het invoegsel -en- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rozenkrans | rozenkransen |
verkleinwoord | rozenkransje | rozenkransjes |
Zelfstandig naamwoord
rozenkrans m
- een gebedssnoer met 55 kralen. Bij 5 kralen wordt het "onze vader" en bij 50 het "weesgegroet" gebeden
- een gebed waarbij men de rozenkrans drie maal doorloop en dus 15 maal het Onzevader en 150 het Weesgegroet bid
Vertalingen
1. een gebedssnoer met 165 kralen
Gangbaarheid
- Het woord rozenkrans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rozenkrans' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.