roofdier

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • roof·dier
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zoogdier dat van vlees leeft’ voor het eerst aangetroffen in 1761 [1]
  • samenstelling van  roof ww  en  dier  
enkelvoud meervoud
naamwoord roofdier roofdieren
verkleinwoord roofdiertje roofdiertjes

Zelfstandig naamwoord

roofdier o

  1. (dierkunde) een dier dat zijn prooi bejaagt en doodt
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord roofdier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.