prooi
Nederlands
Woordafbreking
- prooi
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘buit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prooi | prooien |
verkleinwoord | prooitje | prooitjes |
Zelfstandig naamwoord
prooi v/m
- dat wat door een dier wordt buitgemaakt
Gangbaarheid
- Het woord prooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'prooi' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.