rijksdaalder
Nederlands
Woordafbreking
- rijks·daal·der
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vijftig stuivers’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1606 [1]
- samenstelling van rijk en daalder met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijksdaalder | rijksdaalders |
verkleinwoord | rijksdaaldertje | rijksdaaldertjes |
Gangbaarheid
- Het woord rijksdaalder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rijksdaalder' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.