rijbaan
Nederlands
Woordafbreking
- rij·baan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rij en baan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijbaan | rijbanen |
verkleinwoord | rijbaantje | rijbaantjes |
Zelfstandig naamwoord
rijbaan v / m
- (verkeer) weggedeelte bestemd voor voertuigen
- Bewoners van de Dokter Schräderlaan in het Brabantse Oisterwijk keken toch wat vreemd op, toen de werkzaamheden voor een nieuwe riolering waren voltooid. De lantaarnpaal die voorheen op het trottoir stond, staat nu plotseling op de rijbaan. Dat dat niet helemaal de bedoeling is, blijkt wel uit het feit dat de paal wordt afgeschermd door een rood-wit waarschuwingsbord. De gemeente Oisterwijk laat in een reactie weten dat het om een tijdelijke situatie gaat. [1]
- oefenbaan in een manege
- (luchtvaart) verharde strook van een vliegveld waarover een vliegtuig zich naar de startbaan begeeft
Vertalingen
1. weggedeelte bestemd voor voertuigen
Gangbaarheid
- Het woord rijbaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rijbaan' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Gerben van den Broek en Tom Tacken 07-05-18 Verkeer Oisterwijkse woonwijk moet wel héél vreemd obstakel ontwijken
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.