reflector
Nederlands
Woordafbreking
- re·flec·tor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reflector | reflectoren reflectors |
verkleinwoord | reflectortje | reflectortjes |
Zelfstandig naamwoord
reflector m
- (natuurkunde), (optica) een voorwerp dat geluid of elektromagnetische straling zoals licht terugkaatst
- Er zit geen reflector achter op je fiets.
- Door een reflector en een reeks van directoren is een yagi-antenne richtinggevoelig.
- Er zit geen reflector achter op je fiets.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Hyponiemen
- fietsreflector, paraboolreflector, spaakreflector, zijreflector
Afgeleide begrippen
- reflectorlamp
Vertalingen
1. een voorwerp dat geluid of straling zoals licht terugkaatst
Gangbaarheid
- Het woord reflector staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'reflector' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.