fietsreflector
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fietsreflector (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈfits.rəˌflɛk.tɔr/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.rəˌflɛk.tɔr/
Woordafbreking
- fiets·re·flec·tor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fiets en reflector
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fietsreflector | fietsreflectors fietsreflectoren |
verkleinwoord | fietsreflectortje | fietsreflectortjes |
Zelfstandig naamwoord
fietsreflector m
- een reflector voor op een fiets
- Weet jij waar je een goede fietsreflector kan kopen?
Gangbaarheid
- Het woord 'fietsreflector' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.