array

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·ray
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord array arrays
verkleinwoord arraytje arraytjes

Zelfstandig naamwoord

array o

  1. (informatica) rangschikking van elementen die kunnen worden gerefereerd door ten minste één index of sleutel (dimensie)
  2. (wikitaal) een sjabloon dat een hoop data omvat dat op basis van een codesleutel uit het sjabloon opgevraagd kan worden.
Synoniemen
Verwante begrippen
  • associatief array, binaire zoekboom, datastructuur, dynamisch array, gelinkte lijst, tabel, meer-dimensioneel array

Gangbaarheid

  • Het woord 'array' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
38 %van de Nederlanders;
43 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Engels

enkelvoud meervoud
array arrays

Zelfstandig naamwoord

array

  1. (informatica) array, reeks, rij
  1. «an array data structure or simply array is a data structure consisting of a collection of elements each identified by at least one array index or key»
    een array is een datastructuur bestaande uit een verzameling van elementen die kunnen worden gerefereerd door ten minste één index of sleutel
Verwante begrippen
  • computer science, array data type, array element, array slicing, associative array, bit array, data structure, data type, dope vector, dynamic array, linked list, lookup table, parallel array, self-balancing binary search tree, table, triangular array, tuple, value, variable-length array, vector processor, vector space
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.