rechtzinnig
Nederlands
Woordafbreking
- recht·zin·nig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘orthodox’ voor het eerst aangetroffen in 1616 [1]
- Samenstellende afleiding van recht en zin met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rechtzinnig | rechtzinniger | rechtzinnigst |
verbogen | rechtzinnige | rechtzinnigere | rechtzinnigste |
partitief | rechtzinnigs | rechtzinnigers | - |
Antoniemen
- onrechtzinnig, vrijzinnig
Afgeleide begrippen
- onrechtzinnigheid, rechtzinnigheid
Gangbaarheid
- Het woord rechtzinnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rechtzinnig' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.