quedar

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ke'ðar/
Woordafbreking
  • que·dar

Werkwoord

quedar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
quedar
quedaba
quedado
volledig
  1. onovergankelijk blijven, achterblijven, verblijven, vertoeven, verwijlen, resten, nog aanwezig zijn
  2. zich bevinden, liggen, zijn
  3. (kleding), passen
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.