verwijlen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·wij·len
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘vertoeven’ voor het eerst aangetroffen in 1580 [1]
- afgeleid van wijlen met het voorvoegsel ver- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verwijlen |
verwijlde |
verwijld |
zwak -d | volledig |
Gangbaarheid
- Het woord verwijlen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verwijlen' herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.