verwijlen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·wij·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘vertoeven’ voor het eerst aangetroffen in 1580 [1]
  • afgeleid van wijlen met het voorvoegsel ver- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verwijlen
verwijlde
verwijld
zwak -d volledig

Werkwoord

verwijlen [3]

  1. onovergankelijk zich ophouden
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

verwijlen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verwijl

Gangbaarheid

  • Het woord verwijlen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.