estar

Catalaans
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse stāre.
stamtijd
tegenw.
tijd		 verleden
tijd		 voltooid
deelwoord
estic estava estat
1e vervoeging volledig onregelmatig

Werkwoord

estar

  1. zijn
  1. «Estic cansada.»
    Ik ben moe.
  2. stoppen


Portugees
Uitspraak
  • IPA: /ʃtəɾ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse stāre.
stamtijd
infinitief verleden
tijd		 voltooid
deelwoord
estar
estava
estado
volledig

Werkwoord

estar

  1. zijn
  1. «Onde estás?»
    Waar ben je?


Spaans
Uitspraak
  • Geluid:  estar    (hulp, bestand)
  • IPA: /esˈtaɾ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse stāre.
stamtijd
infinitief verleden
tijd		 voltooid
deelwoord
estar
estaba
estado
volledig

Werkwoord

estar

  1. koppelwerkwoord zijn
  1. «¿Dónde estás?»
    Waar ben je?
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.