bevinden
Nederlands
Woordafbreking
- be·vin·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bevinden |
bevond |
bevonden |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
bevinden
- overgankelijk na waarneming tot de slotsom komen, constateren
- Dit certifikaat moet bevestigen dat de dieren bij het laden, onderzocht werden en gezond bevonden werden.[1]
- wederkerend zich ~: op een bepaalde plaats zijn, aanwezig zijn, zich ophouden
- Zij allen sliepen samen in één kamer, waarin hun bedden zich zij aan zij bevonden.[2]
- wederkerend zich ~: in de genoemde toestand zijn b.v. zich voelen
- Zich niet wel bevinden
- De manische patiënt bevond zich in een permanente opwindingstoestand.
Vertalingen
1. na waarneming tot de slotsom komen
2. op een bepaalde plaats zijn
3. in de genoemde toestand zijn
Gangbaarheid
- Het woord bevinden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bevinden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Veterinaire gezondheidsovereenkomst tussen het koninkrijk België en de de volksrepubliek Bulgarije. 1967
- De twaalf dansende prinsessen, een sprookje.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.