optreden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: optreden (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈɔp.tre.də(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɔp.tre.də(n)/
- (Limburg): /ˈɔp.tre.də(n)/
Woordafbreking
- op·tre·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en treden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
optreden |
trad op |
opgetreden |
klasse 5 | volledig |
Werkwoord
optreden
- ergatief, inergatief voor een publiek bepaalde handelingen verrichten, bijvoorbeeld in kunstzinnige zin
- Hij trad een aantal malen op met die toneelvereniging.
- ergatief, inergatief controlerende of bestraffende maatregelen uitvoeren
- Het wordt tijd dat de politie eens flink daartegen optreedt.
- ergatief in bepaalde gevallen gebeuren
- Deze fout treedt alleen op wanneer er geen enkel gegeven ingevoerd wordt.
Opmerkingen
- Het werkwoord wordt soms als ergatief dan weer als inergatief behandeld, in sommige betekenissen wat meer het een dan het ander.[1]
Vertalingen
1. voor een publiek bepaalde handelingen verrichten, bijvoorbeeld in kunstzinnige zin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | optreden | optredens |
verkleinwoord | optredentje | optredentjes |
Zelfstandig naamwoord
optreden o
- een kunstzinnig verschijnen voor een publiek
- Na aantal optredens in het buitenland keerde hij naar Vlaanderen terug.
Vertalingen
1. een kunstzinnig verschijnen voor een publiek
|
|
Gangbaarheid
- Het woord optreden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'optreden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.