presentator
Nederlands
Woordafbreking
- pre·sen·ta·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van presenteren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | presentator | presentatoren presentators |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
presentator m [1]
- (beroep) iemand die een tv-programma, een forumdiscussie e.d. presenteert
Hyponiemen
- co-presentator, gastpresentator, journaalpresentator, medepresentator, nieuwspresentator, radiopresentator, sportpresentator, talkshowpresentator, televisiepresentator, tv-presentator
Gangbaarheid
- Het woord presentator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'presentator' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.