prelude
Nederlands
Woordafbreking
- pre·lu·de
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse prélude (met het voorvoegsel pre-) [1] en daarvoor uit het Latijn: “præludere”
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prelude | preludes |
verkleinwoord | preludetje | preludetjes |
Zelfstandig naamwoord
prelude v
- (muziek) een muzikale introductie tot een muziekstuk
- Veel preludes zijn geschreven als zelfstandige composities.
- begin van iets anders
- De regen leek daarnet af te zwakken, maar stopte niet; en toen, in een abrupte overgang van toon, werd hij nog heviger, nog duchtiger, alsof het voorafgaande slechts een prelude is geweest voor het echte plenswerk. [2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een muzikale introductie tot een muziekstuk
Gangbaarheid
- Het woord prelude staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'prelude' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Wiktionnaire
- Valens, Anton Het compostcirculatieplan 2016 ISBN 978-90-254-4685-7 pagina 15
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.