postpone

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  postpone (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /pəʊstˈpəʊn/, /pəˈspəʊn/
Woordafbreking
  • post·pone
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord postponere (post + ponere).
  • Engels werkwoord met het voorvoegsel post-.
vervoeging
onbepaalde wijs to postpone
he/she/it postpones
verleden tijd postponed
voltooid
deelwoord
postponed
onvoltooid
deelwoord
postponing
gebiedende wijs postpone

Werkwoord

postpone

  1. overgankelijk aanhouden
  2. overgankelijk opschorten
  3. overgankelijk schorsen
  4. overgankelijk traineren
  5. overgankelijk uitstellen
  1. «We have postponed our departure until tomorrow.»
    We hebben ons vertrek uitgesteld tot morgen.
  2. overgankelijk verdagen
  3. overgankelijk verschuiven
  4. overgankelijk voor zich uit schuiven
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.