move

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • move

Werkwoord

vervoeging van
moven

move

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moven
    • Ik move. 
  2. gebiedende wijs van moven
    • Move! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moven
    • Move je? 
  4. aanvoegende wijs van moven

Gangbaarheid

  • Het woord move staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
move moves

Zelfstandig naamwoord

move

  1. beweging, zet.
  2. verhuizing
vervoeging
onbepaalde wijs to move
he/she/it moves
verleden tijd moved
voltooid
deelwoord
moved
onvoltooid
deelwoord
moving
gebiedende wijs move

Werkwoord

move

  1. bewegen
  2. verplaatsen
  3. verhuizen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.