move
Nederlands
Woordafbreking
- move
Werkwoord
vervoeging van |
---|
moven |
move
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moven
- Ik move.
- gebiedende wijs van moven
- Move!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moven
- Move je?
- aanvoegende wijs van moven
Gangbaarheid
- Het woord move staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'move' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen. |
Engels
Zelfstandig naamwoord
move
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to move |
he/she/it | moves |
verleden tijd | moved |
voltooid deelwoord |
moved |
onvoltooid deelwoord |
moving |
gebiedende wijs | move |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.