opschorten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·schor·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opschorten
schortte op
opgeschort
zwak -t volledig

Werkwoord

opschorten

  1. overgankelijk uitstellen
    • Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden werd de zitting opgeschort. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opschorten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.