piment
![](../I/m/Pimenta_dioica_-_K%C3%B6hler%E2%80%93s_Medizinal-Pflanzen-239.jpg)
Pimenta dioica
Nederlands
Woordafbreking
- pi·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘specerij’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1300 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | piment | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
piment o [3]
- (plantkunde) (voeding) (specerij) Pimenta dioica
een plant en specerij uit Midden-Amerika en West-Indië
Verwante begrippen
- Jamaicaanse peper, jamaica-peper, jamaicapeper
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord piment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'piment' herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen. |
Oudnoords
Woordafbreking
- pi·ment
Verbuiging
o sterk |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | piment | piment | ||
genitief | piments | pimenta | ||
datief | pimenti | pimentum | ||
accusatief | piment | piment |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.