peste

Niet te verwarren met: peşte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pes·te

Werkwoord

vervoeging van
pesten

peste

  1. aanvoegende wijs van pesten

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

peste v

  1. (spreektaal) etter
  1. «Qu 'est-ce que tu fais là, petite peste
    Wat doe je daar, kleine etter? [1]

Verwijzingen

Roemeens

Uitspraak
  • IPA: [pe̞ste̞]
Woordherkomst en -opbouw

Voorzetsel

peste

  1. over
  1. «Mai sună-mă peste două zile.»
    Bel me nog eens over twee dagen.
  2. op
  1. «Cartea este peste masă.»
    Het boek ligt op de tafel.
  2. over, meer dan
  1. «Peste 40% dintre votanți nu sunt de acord.»
    Meer dan 40% van de stemmers is het er niet mee eens.

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • pes·te
enkelvoud meervoud
peste pestes

Zelfstandig naamwoord

peste v

  1. pest
  2. stank
  3. plaag
  4. besmettelijke ziekte

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.