pestwijf
Nederlands
Woordafbreking
- pest·wijf
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zeer vervelende vrouw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1896 [1]
- samenstelling van pest zn en wijf zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pestwijf | pestwijven |
verkleinwoord | pestwijfje | pestwijfjes |
Zelfstandig naamwoord
pestwijf v [3]
- (pejoratief) vervelende, lastige vrouw
- De reacties op Vandeleene’s actie zijn echter volledig uit de hand gelopen. ‘Als ik die Kacey tegenkom, sla ik haar op haar smoel’, schreef iemand, en: ‘Zet dat pestwijf achter slot en grendel en die trut moeten ze kaalscheren’. Een ander voorspelde ‘dat dat wijf nooit meer op straat kan lopen’. Ook werden adres en telefoonnummers van Kacey, haar moeder en stiefvader online gezet. [4]
Gangbaarheid
- Het woord 'pestwijf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- "pestwijf" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- pestwijf op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Jolique Jacobs 4 juli 2012 Online-pestfilmpje leidt eigen leven
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.