paraplu

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paraplu    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˌpa.ra.ˈply/
Woordafbreking
  • pa·ra·plu
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘regenscherm’ voor het eerst aangetroffen in 1786 [1]
  • afgeleid van het Franse parapluie (met het voorvoegsel para-) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord paraplu paraplu's
verkleinwoord parapluutje parapluutjes

Zelfstandig naamwoord

paraplu m

  1. een scherm waarover een waterdichte stof is gespannen om zich te beschermen tegen de regen
    • Met zulke donkere wolken buiten zou ik maar een paraplu meenemen. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • parapluanker, parapluantenne, paraplubak, parapluplant, paraplusysteem
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord paraplu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.