panda
Een panda.
Nederlands
Woordafbreking
- pan·da
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kleine beer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | panda | panda's |
verkleinwoord | pandaatje | pandaatjes |
Zelfstandig naamwoord
panda m
- (zoogdieren) een beerachtig dier uit het Himalayagebied
- Er zijn twee soorten panda's: grote en kleine.
Hyponiemen
Vertalingen
1. (zoogdieren) een beerachtig dier uit het Himalayagebied
Gangbaarheid
- Het woord panda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'panda' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Engels
Frans
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
panda | le panda | pandas | les pandas |
Turks
Woordafbreking
- pan·da
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | panda | pandalar |
genitief | pandanın | pandaların |
datief | pandaya | pandalara |
accusatief | pandayı | pandaları |
locatief | pandada | pandalarda |
ablatief | pandadan | pandalardan |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.