overhoren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overhoren    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˌovərˈho̝rə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌovərˈhorə(n)/
Woordafbreking
  • over·ho·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overhoren
overhoorde
overhoord
zwak -d volledig

Werkwoord

overhoren

  1. overgankelijk nagaan of iemand bepaalde kennis in voldoende mate tot zich genomen heeft door het stellen van vragen over deze kennis
    • Hij overhoorde zijn zusje een lijst Engelse woorden. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord overhoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.