organisatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: organisatie (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˌɔrχɑniˈzaʦi/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌɔrɣɑniˈzasi/
Woordafbreking
- or·ga·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van organiseren met het achtervoegsel -atie
- Ontleend aan het Franse organisation of het middeleeuws Latijnse organizatio (met als oorspronkelijke betekenis "orgelspel").
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | organisatie | organisaties |
verkleinwoord | organisatietje | organisatietjes |
Zelfstandig naamwoord
organisatie v [1]
- het organiseren
- Het is nog een hele organisatie om het feest voor te bereiden.
- de manier waarop iets georganiseerd is
- De interne organisatie van dat bedrijf is hoogst ondoorzichtig.
- een groep die een bepaald doel of of bepaalde rol heeft
- Deze organisatie leidt de strijd tegen AIDS.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. het organiseren
|
|
2. de manier waarop iets georganiseerd is
|
|
3. een groep die een bepaald doel of of bepaalde rol heeft
|
|
Gangbaarheid
- Het woord organisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'organisatie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.