organisatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  organisatie    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˌɔrχɑniˈzaʦi/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌɔrɣɑniˈzasi/
Woordafbreking
  • or·ga·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van organiseren met het achtervoegsel -atie
  • Ontleend aan het Franse organisation of het middeleeuws Latijnse organizatio (met als oorspronkelijke betekenis "orgelspel").
enkelvoud meervoud
naamwoord organisatie organisaties
verkleinwoord organisatietje organisatietjes

Zelfstandig naamwoord

organisatie v [1]

  1. het organiseren
    • Het is nog een hele organisatie om het feest voor te bereiden. 
  1. de manier waarop iets georganiseerd is
    • De interne organisatie van dat bedrijf is hoogst ondoorzichtig. 
  1. een groep die een bepaald doel of of bepaalde rol heeft
    • Deze organisatie leidt de strijd tegen AIDS. 
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord organisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.