act

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  act    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • act
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘nummer’ voor het eerst aangetroffen in 1965 [1]
  • van het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord act acts
verkleinwoord actje actjes

Zelfstandig naamwoord

act m

  1. optreden, nummer
    • Tijdens de circusvoorstelling kregen we verschillende acts te zien van clowns, acrobaten en wilde dieren. 
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord act staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
act acts

Zelfstandig naamwoord

act

  1. handeling
  2. daad
  3. (toneel) bedrijf
vervoeging
onbepaalde wijs to act
he/she/it acts
verleden tijd acted
voltooid
deelwoord
acted
onvoltooid
deelwoord
acting
gebiedende wijs act

Werkwoord

act

  1. handelen
  2. optreden
  3. acteren
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.