opstoppen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·stop·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opstoppen
stopte op
opgestopt
zwak -t volledig

Werkwoord

opstoppen [1]

  1. overgankelijk volstoppen, opvullen
  2. overgankelijk stoppen, [[stuiten]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opstoppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.