betrouwbaar
Nederlands
Woordafbreking
- be·trouw·baar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van betrouwen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | betrouwbaar | betrouwbaarder | betrouwbaarst |
verbogen | betrouwbare | betrouwbaardere | betrouwbaarste |
partitief | betrouwbaars | betrouwbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
betrouwbaar
- te vertrouwen, zo dat men zich erop kan verlaten
- Ik durf best over het ijs te gaan, want het ziet er betrouwbaar uit.
- geloofwaardig
- De getuige maakte een betrouwbare indruk.
- deugdelijk
- Dit bedrijf staat bekend om de betrouwbare producten die het produceert
Synoniemen
- bona fide, vertrouwd
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord betrouwbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'betrouwbaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.