ooi
Nederlands
Woordafbreking
- ooi
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wijfjesschaap’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- (erfwoord): Middelnederlands ooie, ouwe, waaruit Limburgs ouw, Oergermaans *awiz (genitief aujōs), evenals Zwitser-Duits Aue, Fries ei, Engels ewe, verder Indo-Europees *h₂ówis ‘schaap’, vergelijk Latijn ovis.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ooi | ooien |
verkleinwoord | ooitje | ooitjes |
Vertalingen
1. een vrouwelijk schaap
Gangbaarheid
- Het woord ooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ooi' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.