oogwenk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oog·wenk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oogwenk oogwenken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

oogwenk m [2]

  1. een zeer korte tijd
    • Andere mensen die Klaas Otto sinds het begin van deze eeuw hebben leren kennen, schetsen een ander beeld. Ja, hij is een warme Brabander maar ook extreem ijdel. Klaas wil absoluut niet lelijk op de foto staan en draagt jarenlang een haarstukje. Tijdens een gesprek, zo blijkt uit de verhalen, kan Otto in een oogwenk omslaan van amicaal naar onprettig. Dan gedraagt hij zich als een potentaat, die fysiek geweld niet schroomt. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord oogwenk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.