handomdraai
Nederlands
Woordafbreking
- hand·om·draai
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hand zn en omdraai ww
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handomdraai | |
verkleinwoord | handomdraaitje |
Zelfstandig naamwoord
handomdraai m
- snelle, moeiteloze handeling
- Ik zal u wel even helpen want ik kan dat probleem in een handomdraai verhelpen zei de behulpzame man tegen de oude vrouw.
- Dit zijn verworvenheden die niet met een handomdraai ongedaan gemaakt zouden kunnen worden, als de economische toestand daar eens om zou gaan vragen, bij gebreke waarvan het land in strijd zou komen met de bepalingen van het Stabiliteitspact. [1]
Verwante begrippen
- de hand niet omdraaien voor
Gangbaarheid
- Het woord handomdraai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'handomdraai' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Heldring, J.L. "Dezer dagen. Uitdrukking van een baaierd" in: NRC Handelsblad (17 oktober 1997); p. 7; geraadpleegd 2018-02-21
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.