onloochenbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·loo·chen·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onloochenbaaronloochenbaarderonloochenbaarst
verbogen onloochenbareonloochenbaardereonloochenbaarste
partitief onloochenbaarsonloochenbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

onloochenbaar [2]

  1. van een zaak dat ze niet te ontkennen valt
    • Toch is er onloochenbaar een negatieve evolutie. Vroeger ontkenden de meeste Israëli’s de bezetting niet. Zo haalde wijlen Ariel Sharon, geen vredesduif, in de context van de terugtrekking uit Gaza in 2004 het woord ‘bezetting’ geregeld aan. In een recente peiling vond 54 procent van de ondervraagden dat Israëls controle over de Westoever niet omschreven kan worden als een bezetting.[3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onloochenbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. onloochenbaar op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. de Standaard WOENSDAG 7 JUNI 2017
  4. Volkskrant 16 september 2015
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.