apert
Nederlands
Woordafbreking
- apert
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘duidelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1]
- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | apert | aperter | apertst |
verbogen | aperte | apertere | apertste |
partitief | aperts | aperters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
apert
- voor iedereen duidelijk, onmiskenbaar
- Hij vertelt aperte leugens.
- Dat is apert onjuist, zo leert ons de geschiedenis.
Gangbaarheid
- Het woord apert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'apert' herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.