apert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • apert
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘duidelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1]
  • [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen apertaperterapertst
verbogen aperteapertereapertste
partitief apertsaperters-

Bijvoeglijk naamwoord

apert

  1. voor iedereen duidelijk, onmiskenbaar
    • Hij vertelt aperte leugens. 
    • Dat is apert onjuist, zo leert ons de geschiedenis. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord apert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
38 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.