omgeving
Nederlands
Woordafbreking
- om·ge·ving
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘kring waarin men zich begeeft’ voor het eerst aangetroffen in 1825 [1]
- Naamwoord van handeling van omgeven met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omgeving | omgevingen |
verkleinwoord | omgevinkje | omgevinkjes |
Zelfstandig naamwoord
omgeving v
- de nabijheid
- Wij bevinden ons in de omgeving van Amstelveen.
- Tot nu toe werd de invloed van zwarte gaten alleen indirect gezien: door de straling die ze uitstoten wanneer ze te rommelig het materiaal in hun omgeving verorberen. [3]
- een personenkring waarin iemand zich bevindt
- Ik bevind me in een vertrouwde omgeving.
- Ook voerde ze aan dat kinderen hersenschade oplopen als ze uit hun omgeving worden weggehaald, zo bleek eerder uit onderzoek door deskundigen. [4]
Hyponiemen
- gebruikersomgeving, leefomgeving, leeromgeving, ontwikkelomgeving, productieomgeving, programmeeromgeving, testomgeving, woonomgeving
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord omgeving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'omgeving' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "omgeving" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- omgeving op website: Etymologiebank.nl
- de Volkskrant George van Hal 10 april 2019 Astronomen maken eerste foto van een zwart gat
- Reformatorisch Dagblad 21-1-2019 Advocate: Armeens gezin uitgezet
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.