octaëder
![](../I/m/Octahedron-slowturn.gif)
Nederlands
Woordafbreking
- oc·taë·der, oc·ta·eder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | octaëder | octaëders |
verkleinwoord | octaëdertje | octaëdertjes |
Zelfstandig naamwoord
octaëder m
- (wiskunde) een regelmatig achtvlak, een ruimtelijke figuur begrensd door acht gelijkzijdige driehoeken
- De sodiumatomen in keukenzout worden omringd door een octaëder van chlooratomen.
Afgeleide begrippen
- octaëdrisch
Verwante begrippen
Regelmatige veelvlakken in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
tetraëder • hexaëder • octaëder • decaëder • dodecaëder • icosaëder |
Vertalingen
1. een regelmatig achtvlak, een ruimtelijke figuur begrensd door acht gelijkzijdige driehoeken
Gangbaarheid
- Het woord octaëder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'octaëder' herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.